to the north!

10 oktober 2017 - Davenport, Australië

De auto bleek gezond! Na een paar uurtjes in spanning bleek ons bussie geen kuren te hebben! Na de zee weer even gezien en geroken te hebben gingen we maar weer snel op pad richting het verre noorden. Met als eerste overnachting, de bonbon rest area (helaas geen bonbons gevonden...). Hier werden we vergezeld door een vrolijke zebravink familie wiens aanwezigheid al snel door het nasale geluid werd verklikt. Leuk om de rakkers eens in het wild te zien!
Onze route via de Stuart highway bracht ons naar het eerste dorpje genaamd Coober Pedy. Een klein (nouja voor outback is het groot) opaal mijnersdorpje in het midden van nergens. 70% van de lokale bevolking leeft hier ondergronds, een oude mijner traditie die nog steeds efficiënt blijkt te zijn! Vroeger begon met al met het uit hakken van woningen in de rotsen, zodat je tijdens de bloedhete middag toch nog verkoeld in je zelf uitgebouwde huis kon zitten! Uiteraard zijn deze woningen tegenwoordig wat luxer, maar mooi om het toch zo te zien! Het hotel waar we genoten van een koffietje was bijvoorbeeld ook ondergronds, maar dat viel er niet echt van af te zien! Nouja...afgezien van de rotswanden dan...ahum.
Het hele dorp is ook omringt door bulten puin, afkomstig uit de kleine mijnen die in de loop der jaren uitgegraven werden. Leuk om te weten is dat grotendeels van de mijnen niet van een groot bedrijf zijn, maar eigenlijk door particulieren worden gebruikt. Iedereen heeft zijn eigen stukje grond om te mijnen en als ze geluk hebben vinden ze vaak zat een lekker stukkie opaal! Die kleine donders verkopen voor honderden tot duizenden dollars als het mee zit....Oftewel, buiten ons budget! Door reizen dan maar!

Onze volgende stop, The red centre van Australie. Met onder andere de grote rode knoeperd die iedereen kent (toch?) Uluru! Hier verbleven we op een camping in het dorpje Yulara. Althans wij dachten dat dit een dorp was. Het bleek echter een verdomd toeristisch, peperduur en reusachtig resort te zijn die toeristen uit alle hoeken van de wereld trekt om een beetje naar stenen te kijken. Leuk man.
Alles leuk en aardig, maar wij zijn daar twee van.

Zoals ons al vaker verteld werd regent het in het midden van Australië zelden, blijkbaar vergat men te vertellen dat als de Nederlanders komen, zij ook meedogenloze plensbuien met zich mee brengen.
Hierdoor hadden wij de wandeling rondom Uluru vrijwel voor ons zelf terwijl de regen ons zo nu en dan door de vingers zag. De reusachtige rode rots was een indrukwekkende verschijning en door de regen kwamen er kleine watervallen tevoorschijn!
Vele noemen het een spirituele ervaring, wij noemen het een mooie steen.

De volgende dag gingen we naar Uluru z’n zusjes, Kata Tjuta. Deze rotsformatie was adembenemend mooi en deed ons veel meer versteld staan dan het tijdschrift cover model Uluru. De route was divers, van flinke klimmen naar prachtige uitkijkpunten over de vallei tot verkoelende plekjes langs de creeks die ontstaan waren door de recente regen. Een wandeling die we iedereen aan zouden raden!
Met deze wandeling namen we afscheid van de rode bulten op het aangezicht van Australië en vertrokken we richting de Kings Canyon!

Kings Canyon was iets waar we erg naar uit aan het kijken waren, maar geen idee hadden hoe het er eigenlijk uitzag. Goed verhaal.
Bepakt en bezakt begonnen we onze klim om de hele omtrek van de Canyon te lopen. Na wat gezweet kwamen we aan bovenop de rotswand en genoten we van een uitzicht over de groene Canyon en de vlakten in de verte. Door de canyon loopt een kleine waterstroom die afhankelijk is van de schaarse regenval en deels van een kleine grondwater bron. De wandeling over de rand was prachtig en bracht ons door een uniek en voor ons ongekend landschap. Soms voelde het zelfs buienaards!
Helaas was het een drukke dag en moesten we soms wel even ons best doen om hordes mensen te ontwijken maar dit mocht de pret niet drukken. Kings Canyon is ook wel een bekende attractie aan het worden dus wat hadden we dan verwacht?
Na een kleine twee uur lopen kwamen we aan bij een heerlijk vredige grondwater bron die de naam “Garden of Eden” droeg. Het was als een ware groene Oase waar vogelgezang langs de wanden galmde. Heerlijk om even in de schaduw af te koelen en ons mentaal voor te bereiden om verder te gaan.
Toen troffen wij een draak. Het machtige dier spuwde zijn vlammen en... ohnee, het was maar een reuzenvaraan. Genietend van de zon maar toch hield hij ons vast en zeker in de smiezen.
Al de hele reis keken we vooruit om reptielen te zien, en nu vonden we de een na de andere!
Toen de zon onder ging besloten we ons maar richting de rest area te begeven, maar niet voordat onze bus een heus bombardement van insecten onderging. Het was dusdanig erg dat onze vooruit compleet onder het insecten “sap” zat.

Toen wij de volgende ochtend wakker werden werden we begroet door een koppel inka kaketoes. Deze hadden we nog niet eerder gezien! Ik raad jullie ook zeker aan om ze snel te gaan bekijken in ons foto album! Na ons ontbijtje met de beessies vertrokken we naar Alice Springs! De grootse outback stad! Deze stad rij je binnen via een poort van bergen die zich richting westen en oosten uitstrekken. Onder het genoten van een kipsnitzel (in de aanbieding, we blijven wel gierige nederlanders) mexican style sloten wij onze eerste dag hier goed af.

De volgende ochtend brachten wij een bezoekje aan het reptile centre waar je allerlei reptielen (je verwacht het niet) kon bezichtigen. Een fijne ontsnapping aan de hitte!
Toen we eenmaal terug waren op onze camping troffen we een groep Port Lincoln halsbandparkieten aan. Na wat onderhandelen met de kleine donders bezweken ze toch aan ons vogelzaad en bevonden ook deze vogeltjes zich op onze handen! Maar ook het nachtleven bleek interessant! Tijdens ons nachtelijk routine bezoek aan het watercloset waren we pardoes omsingeld door een groepje gekko’s! Welke soort dit was kunnen we je nog niet vertellen, maar wie weet! Deze hagedisjes zijn heuse nachtaanbidders en jagen dan ook binnen het toilet op alle insecten, mits de lamp uitblijft! Het feit dat ze niet kunnen knipperen, en dus hun eigen oogballen moeten likken maakt ze nog aandoenlijker.

Tijd om de natuur weer in te gaan! We vertrokken de volgende dag al vroeg richting de Western Macdonnels bergen om de verfrissing op te zoeken bij Ellery creek. Na een paar uurtjes rijden tussen de heuvels en bergen kwamen we aan bij het Ellery Creek “Big hole”. De naam van de grootste grondwater bron in de omgeving. Dit water heeft door de miljoenen jaren de rotjes dusdanig uitgesleten dat aan beiden kanten de rotswanden boven je uit steken. Zoals men al waarschuwde was het water ijskoud, maar dat hield ons niet tegen. Al snel sprongen we in het water en zwommen we richting de rotsen. Het was een uiterst intimiderend en ongelooflijk prachtig gezicht terwijl we ons verder door de waterbron baande. Voorbij de eerste twee bergen verschenen er kleine standjes met groene eucalyptus bomen, wat bijna magisch aandeed. Nadat we ons even opwarmde op de zon verwarmde stenen  zwommen we met tegenzin weer naar onze bus, want het eten kookt zichzelf niet.

De volgende dag werkte wij ons verder door het oude gebergte en kwamen we aan bij de hoogte berg van het gebied, mount Sonder. Deze berg heeft een hoogte van 1350 meter, wat voor ons kikkerlanders al flink hoog is! Ook dit landschap moest overwonnen worden.
We begonnen aan onze klim, die ons in totaal 6 uur zou moeten duren. We werken ons eerst naar de heuvelrug waar we vervolgens steeds verder en steiler de berg op konden klimmen. Inmiddels was er echter wel een onheilspellende lucht in aantocht... Zolang het niet zou onweren gingen we door met onze wandeling! Wonder boven wonder vonden we toch 1 schuilplek om de ergste bui droog te kunnen blijven, toen deze over ons heen was geraasd werkte we onszelf steeds verder omhoog. De bus al dusdanig klein dat hij uit het zicht was ontsnapt en de bergen om ons heen leken net kleine heuvels. Nooit in ons leven waren we ooit zo hoog te voet gekomen! Indrukwekkend!
Na vier uur kwamen we aan op de top! Hier bevond zich een logboek met een overheerlijke Timtam (australische chocolade biscuit). Het uitzicht was adembenemend! Even bijkomen, en na wat sightseeing vertrokken we weer naar beneden. Dit keer met een onaangename verassing! In de verte kwamen de zwarte wolken steeds dichterbij. Maar onweer zal er toch niet in zitten? Jammer man, toch wel. Met een flinke pas baande we ons een weg naar beneden, terwijl we langs plekken kwamen waar de bliksem eerder die nacht al voor brand op de berg had gezorgd.
Tot onze opluchting trok de wolk langs ons en werden we geen menselijke barbecue. Een waar avondtuurtje! De hele dag geen ander mens gezien en heerlijk in de natuur geweest.

Inmiddels zijn we van de spierpijn bekomen en hebben we (na een lekke band-reparatie wat allemaal niet zo soepel ging als had gemoeten) alice springs kunnen verlaten! We houden jullie op de hoogte, de eerste helft van de foto’s staat er al op, de rest mogen jullie nog even op wachten! Wij zijn inmiddels al een klein stukje richting Darwin gereden, het is nu al benauwd aan het worden...

Wens ons succes!


Groetjes en Goodziens!

Foto’s

3 Reacties

  1. Dini:
    11 oktober 2017
    Wauw mooie foto`s en leuk verslag van jullie reis.Geniet van Darwin.
  2. Joke en cees:
    11 oktober 2017
    Hai kinders, wat hebben wij weer genoten van jullie verhaal. Jullie hebben echt een geweldige tijd. Ik zou het wel prettig vinden als jullie de weersverwachting beter in de gaten zouden houden( bezorgde moeder). Jullie foto's zijn adembenemend mooi👍. Een hele goede reis naar Darwin en heel veel plezier samen. Xx paps en mams
  3. Peter:
    11 oktober 2017
    Super mooi dit is pad genieten trots en een beetje jaloers succes verder en tot de volgende mooie verhalen Groet Peter